Samen werken aan arbeid: Naar een toekomstbestendige arbeidsmarkt in de land- en tuinbouw

De uitbraak van het Coronavirus maakt pijnlijk duidelijk dat de beschikbaarheid van voldoende arbeidskrachten zeker geen vanzelfsprekendheid is voor de Nederlandse land- en tuinbouw.

Bijna een vijfde van alle voltijdbanen in de Nederlandse land- en tuinbouw zijn niet-regelmatige banen, met een sterke afhankelijkheid van arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa (MOE). Niet-regelmatige arbeidskrachten zijn personen die werken op basis van losse contracten voor bepaalde tijd, voor specifiek werk of gelegenheidswerk (zoals seizoenswerk). In de tuinbouw is het aandeel niet-regelmatige arbeid zelfs 60%. De relatief grote afhankelijkheid van arbeidskrachten zonder contract voor onbepaalde tijd, waaronder veel arbeidsmigranten, zorgt voor onzekerheden en risico’s bij bedrijven. Ook zorgt de onzekerheid over arbeid voor een rem op de uitbreidingsplannen van bedrijven. De arbeidsproblematiek in de agrarische sector kent echter meerdere gezichten. Niet alleen de onzekere beschikbaarheid en toenemende kosten van arbeid zijn een uitdaging, maar ook de kwaliteit van medewerkers, het regelen van huisvesting voor arbeidskrachten en de misstanden (bijvoorbeeld uitbuiting van arbeidsimmigranten door tussenpersonen).

Download-full-report